Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En de heerlijkheid des HEEREN kwam in het [8]huis, [door] den weg der poort, die den weg naar het oosten [9]zag. 8. Dat is, den tempel. 9. Hebreeuws, welker aangezicht was van den weg, enz., gelijk hij door de oostpoort uit den vorigen ouden tempel gescheiden was, [zie boven hfdst.10 vs.19], om daarna in den nieuwen te gaan wonen. Zie 2 Kor.5:17; Openb.21:5; idem Hag.2:7,8,9; ook kan de Christelijke lezer vergelijken Luk.1:78,79.